Hoe werkt hiv? 

Hiv is een heel klein virus dat alleen kan overleven in het menselijk lichaam. Het valt een speciale afweercel aan, de CD4-cel, die andere afweercellen waarschuwt voor gevaar.

Als hiv je lichaam binnenkomt dan gebeurt het volgende:

Het virus hecht zich aan een CD4-cel  
De cel maakt nieuwe hiv-deeltjes
Het virus gaat de CD4-cel binnen
 
De nieuwe hiv-deeltjes verlaten de cel en vallen andere CD4-cellen aan
Het virus zet zijn RNA om in DNA en plaatst dat in het DNA van de CD4-cel
De eerste CD4-cel gaat meestal kapot

 

 



Hiv gebruikt de CD4-cel als een kopieermachine.
Het virus zet zijn eigen DNA (RNA genaamd) in het DNA van de cel. Daardoor maakt de cel, zonder het te merken, nieuwe hiv-deeltjes. Na de vermenigvuldiging gaat de CD4-cel meestal kapot. Omdat het virus in het DNA van de cel zit, herkennen andere afweercellen het niet meer als gevaarlijk. Zo kan hiv steeds nieuwe CD4-cellen misbruiken om zichzelf te maken.

Als iemand geen CD4-cellen meer heeft, kunnen andere virussen, bacteriën en schimmels het lichaam binnendringen. Mensen met hiv worden dan ziek en hiv wordt dan aids genoemd.