CD8-cellen en antilichamen 

 
Als hiv je lichaam binnendringt, geeft je immuunsysteem het niet meteen op. De CD4-cel heeft namelijk collega’s: 
  • De CD8-cel. De CD8-cel heeft als opdracht om binnendringende virussen te vernietigen. 
  • De B-cel. Deze cel produceert antilichamen die virussen vernietigen. De eerste hiv-testen herkenden deze antilichamen en konden dan zeggen of je hiv had.
Het grote probleem voor de CD8-cellen en de antilichamen is dat hiv steeds een klein beetje verandert (muteert), waardoor het niet meer herkenbaar is. Dit kat- en muisspel wordt nog moeilijker doordat hiv, zodra het bezit heeft genomen van een CD4-cel, miljoenen kopietjes van zichzelf kan maken. De CD8-cellen en de antilichamen moeten dus heel hard werken om alle hiv op te ruimen. 
 
Als veel CD4-cellen geïnfecteerd zijn met hiv, lukt het de CD8-cellen en de antilichamen niet meer om het virus bij te houden. Dan raakt je immuunsysteem zo uitgeput dat het niet meer goed werkt. Andere virussen, bacteriën en schimmels krijgen dan de kans om je lichaam aan te vallen, waardoor je ziek wordt en dood kan gaan.