
Een van de onderzochte methoden tegen hiv is ‘shock and kill’. Het idee is om slapende CD4-cellen met hiv te activeren. Zodra deze cellen actief zijn, kan het lichaam ze opruimen.
Een uitdaging is dat slapende CD4-cellen zich op veel plekken in het lichaam bevinden: van de darmen tot de hersenen.
Een behandeling moet dus overal kunnen komen én alle slapende cellen activeren. In de praktijk blijkt dit lastig. Sommige medicijnen bereiken de hersenen niet door de bloed-hersenbarrière. Ook lukt het nog niet om alle cellen wakker te maken.
Een andere mogelijke aanpak is CRISPR-Cas9.
Deze techniek kan het virus in de CD4-cel onschadelijk maken door de virusgenen uit het DNA te knippen. Daarmee wordt het virus gedood. Maar ook hierbij moeten alle besmette cellen worden gevonden.
CRISPR-Cas9 is nog experimenteel. De techniek is niet precies genoeg voor veilig gebruik, maar dit wordt met de dag nauwkeuriger.
Er bestaat risico op ‘verkeerd knippen’, wat de werking van het immuunsysteem kan schaden. Het is te vergelijken met het gebruiken van een grote schaar om een klein stukje stof te bewerken: er kan onbedoeld schade ontstaan.